fbpx Skip to main content
search

In tien jaar tijd is het aantal reeën in het zoniënwoud gehalveerd!
Hoe komt men aan dit resultaat?
Welk elk jaar telt men op 4 verschillende ogenblikken het aantal reeën dat men tegenkomt op 118 km paden in totaal. Waar in 2009 nog 174 reeën werden geteld, zijn er dat nu slechts nog 82.
Maar waar ligt dat nu aan?
Als we Jim Casaer van het INBO mogen geloven dan zou het wel eens aan de ondergroei van het zoniënwoud te wijten zijn. De reeën zijn gewoon minder zichtbaar! Om dit nu mee te nemen als een variabele in de tellingen gaat men tijdens de tellingen de hoogte van de onderbegroeiing nu ook meten.
Andere kanshebbers: het verkeer, ziektes, everzwijnen, recreatiedruk door loslopende honden of stroperij. Maar daar zijn geen exacte gegevens over.
Boswachter Dirk Raes met 34 jaar ervaring op zijn palmares in het zoniënwoud heeft zijn visie op de mogelijke factoren. Stroperij is het niet (hij heeft slechts weet van 1 geval). Everzwijnen ook niet daar zijn er volgens hem te weinig van. De recente dood van een drachtige hinde (bron artikel VTM nieuws https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/02/26/aantal-reeen-in-het-zonienwoud-in-tien-jaar-gehalveerd/, wij spreken over een reegeit als jager) doet hem echter kijken in de richting van de toegenomen recreatiedruk en het aantal loslopende honden. Reeën passen zich sterk aan en waar ze vroeger zaten, zien we ze niet meer. Als boswachter weet je het wild nu eenmaal zitten, ze zijn er niet meer.
Jim Casaer besluit dat er moet gekeken worden op lange termijn maar geeft aan dat de sterke daling toch vragen doet rijzen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
In ieder geval, in door jagers goed beheerde jachtgebieden, neemt het aantal reeën jaar na jaar toe. Misschien, de hulp van jagers inroepen?

Laat een reactie achter