Jacht – Duivenjacht

Alles over jagen op duiven.

Duivenjacht

Jagen op de houtduif vraagt om een oplettende, behendige en schotvaste jager. Niet alleen zijn ze reuze slim en hebben ze een uitstekend gezichtsvermogen, ook vliegen ze hard en maken daarbij (zeker als ze de zaak niet vertouwen) de meest onverwachte bewegingen. Kortom, jagen op de duif is een uitdaging.

Het Jachtveld

Bij bestrijding is de plaats op het jachtveld gekend. Namelijk bij de plaats waar de schade gemeld werd. Houtduiven voelen zich het best thuis in (gedorste) maïs- en (gelegerde) graanvelden, maar een verblijf tussen erwten of koolplanten slaan ze zeker niet af.

Bij de gewone jacht, in de winter, is het belangrijk om de vluchtlijnen, oftewel trek, tussen fourageer- en roestplaats te weten.

Wanneer je in het jachtveld aankomt, parkeer je de auto en ga je observeren wat er gebeurt. Het is natuurlijk prachtig om een paar honderd houtduiven te zien die hun krop aan het vol eten zijn, maar dat is nog geen garantie voor een goede jachtdag. De ervaren duivenjager blijft in de auto en bekijkt alle bewegingen in de lucht in- en buiten het jachtveld, hierbij is een goede verrekijker van belang. Hier wordt dan niet alleen bepaald, waar de beste positie in het veld is, maar waar de meeste vluchten ( vluchtlijn) van en naar het betrokken stuk jachtveld zijn. Met een vluchtlijn wordt bedoeld een weg in de lucht, waar langs de houtduiven zich als het ware verplaatsen van en naar het betrokken stuk jachtveld. Dus vanaf de plaats waar de houtduiven hun roestplaats hebben en de plaats in het jachtveld waar hun voedsel is.

Als er al veel houtduiven op het betrokken perceel aanwezig zijn en er vliegen bijna geen duiven van en naar het jachtveld, loop dan naar het betrokken stuk veld en zorg dat de houtduiven opvliegen, ga dan terug naar de auto en wacht de reactie van de houtduiven af. Als niets binnen laten we zeggen 20 minuten terug komt, wil het zeggen dat de houtduiven naar een ander perceel zijn gegaan en zullen ze nadat hun krop hebben volgegeten naar hun roestplaatsen gaan (winter, herfst en voorjaar en in de zomer naar hun jongen om deze te voeden).

Indien mogelijk kort ervoor, de dag voordien, het jachtveld en de vlucht verkennen. Maar de jachtdag zelf moet je dan ook nog rekening houden met windrichting, windsnelheid, regen, …

Timing

In de zomermaanden zijn de houtduiven het best te bejagen een half uur na zonsopkomst. In het vroege voorjaar, herfst en winter, kun je ze beter opwachten op hun foerageerplaats voor zonsopkomst. Tijdens de korte dagen foerageren ze meest in de vroege ochtend en halverwege de middag tot ongeveer een 1/2 uur voor zonsondergang.

Het Weer

Bij een harde wind zullen de houtduiven veel lager vliegen, dan bij geen of weinig wind. Harde wind zorgt er ook nog voor dat ze de schoten minder horen. Bij bijna geen wind horen zij die wel en vliegen de houtduiven een stuk hoger.

Een goede suggestie qua weersite is yr.no

Camouflage

Een goede camouflage is ook bij de duivenjacht onontbeerlijk. De houtduiven zijn altijd zeer alert, bij de minste beweging, verkeerde kleur of reflectie van uw brillenglazen of de lopen van uw geweer, zwaaien ze al af en komen dan niet onder schot.

Camouflagestof biedt hier een uitkomst. Langzamerhand wint het inzicht dat camouflagekleding op de duivenjacht praktisch is en heel goed werkt. Een camouflage pet en jas zijn meestal voldoende bij een goede hut. Let er vooral op dat de kleuren van de kleding niet teveel afwijken van de kleuren van de camouflage van de hut, want dan val je direct op als je beweegt.

Probeer zo veel mogelijk gebruik te maken van natuurlijke dekking. Zoals een greppel, struiken. Echter, nooit te dicht bij hoge bomen gaan zitten want dan vliegen de duiven, die het niet vertrouwen eerst naar die bomen en blijven buiten schot.

Uitrusting – Lokkers

Lokkers, al dan niet geflokt, op de grond of zwevend (glasvezelstok) kunnen de kans op succes alleen maar groter maken.

Houtduiven landen bijna altijd tegen de wind in, dus ook daar moet je bij het opzetten van de lokkers en de plaats van uw hut altijd rekening mee houden. Vooral is het zaak wanneer de houtduiven invallen dat ze niet in je hut kijken, dus de lokkers als zodanig neerzetten. De lokkers mogen geen glinsterende buitenkant hebben, want de overtrekkende houtduiven zullen gewoon doorvliegen

De plastic lokkers dienen voor zo’n 60% met het hoofd in de wind en neerwaarts gericht te zijn. Je moet er vooral voor zorgen dat ze genoeg opvallen,(onderhoud witte halsvlekken met matte witte verf is jaarlijks van belang) dus op gelegerd graan op de open stukken of bij een hoog gemaaide stoppel zo hoog mogelijk zetten.

Houtduiven die geschoten zijn kunnen als aanvulling tussen de plastic lokkers geplaatst worden, U plaatst ze op het veld met een ijzeren staafje zoals (oude fietsspaak) of (vorkje) onder de kop of snavel. Let er ook op om de witte vleugelband zichtbaar te maken. Aldus in het veld neergezette duiven hebben een sterke aantrekkingskracht op de overvliegende soortgenoten.

Eventueel is het is handig om in de vriezer hiervoor een aantal geschoten houtduiven te bewaren als lokkers voor de jacht.

Vlucht

Vlucht kan je bevorderen door met meerdere jagers tegelijk aan te zitten. Hoe meer hoe beter, door het dan continu schieten schrikken de duiven op en worden gedwongen zich te verplaatsen en verplaatsen zich volgens hun vluchtlijnen.

Een jachttechniek help door dicht bij hun roestplaats lawaai te maken. En dit kan door middel van knalvuurwerk. Ofwel koop je het klaargemaakt (met knallen om het 1/2 uur) ofwel knutsel je het zelf door het vuurwerk te bevestigen aan een stuk dik katoen draad die smeult en telkens een patroon vuurwerk laat ontbranden.Wel opletten waar je het hangt, niet te dicht bij een openbare weg of wandelweg, en ook niet boven brandbaar materiaal (droge bladeren) de ontploffende patronen kunnen brandgevaar opleveren.
En dan maar wachten tot de duiven gaan bewegen.

Soortenherkenning

Let op dat je houtduif voldoende aanspreekt en niet verwart met andere beschermde duivensoorten!

Soortenherkenning is moeilijk zeker bij hoog vliegende duiven.

Reisduiven hebben over het algemeen een strakkere rechtlijnige vlucht en een snellere vleugelslag en ze zien er in de vlucht ook wat gestroomlijnder uit. Maar dit neemt niet weg dat vergissen al snel mogelijk is. Soms merk je dat tussen een troep houtduiven enkele reisduiven zitten en dan is het verdomd moeilijk om ( zeker met tegenlicht als je de kleuren niet goed ziet) het onderscheid te maken.

Onze suggestie is te wachten tot je duidelijk de witte nekring en de witte vleugelband kan herkennen. Ten andere dan zijn de duiven ook redelijk binnen schot.

Wapen en Munitie

Kaliber 12, 16 of 20, hagelgrootte 7, 6, 5 of 4, Staal of Lood. Eigenlijk maakt dit allemaal niet veel uit. Erop schieten is de hoofdzaak. (en natuurlijk is het gebruik van loof of staal afhankelijk van de regio).

Honden

Bij de duivenjacht op gelegerd graan en daar waar veel dekking is bijvoorbeeld maïs heb je vooral een goede apporteur nodig.

Omdat een houtduif los in de veren zit, zal de hond “zacht” moeten apporteren, anders blijven er te veel losse veren in het veld achter. Deze schrikken overvliegende duiven af. Om dat risico te beperken is het dan ook beter om dichtbij gevallen duiven met de hand te rapen. De hond komt alleen in actie bij duiven die in de dekking vallen of te ver uitzeilen. De hond moet leren om plastic lokkers en geschoten duiven, die reeds als lokker gebruikt worden te negeren en niet meer te apporteren (dit is vaak moeilijk). Om deze problemen te voorkomen is het aan te raden om alle dode duiven in de buurt van de lokkers zelf op te rapen en de losse veren te verwijderen.

Jong of Oud

Jonge houtduiven verschillen van volwassen houtduiven in:

  • geen metaalgroene glans in de nek
  • witte halsvlekken ontbreken (zijn er pas na het ruien)
  • bek is zwart tot bruin (later geel met rozerode basis)
  • poten en klauw zijn grijs (later blauwrood)
  • de eerste handpennen zijn bruinzwart op de rand en de schouderdekveertjes hebben een lichtrossige getinte ronding.

Wildbraadverzorging

Tijdens de jacht, vooral bij warm weer, zorg dat er geen vliegen bij kunnen komen, afdekken met bijvoorbeeld een jutezak of netje dat wel de lucht voor de koeling doorlaat, maar niet de vliegen, is dan van belang.

Na de jacht kunnen de duiven koel bewaard worden in de koelkast. Dit bevordert ten andere ook het pluimen. Bij duiven, tegenover Fazanten of Patrijzen, loopt het pluimen vrij makkelijk. De vleugels kan je er van afknippen, de onderste pootbeentjes ook. Na het plukken via de buikholte leeghalen. Klus geklaard in minder dan 10 minuten. Het zogenaamde versterven of “faizanderen” is hier nier echt nodig. Dus in zijn geheel of in stukjes (borstfilets, billen) in de diepvries.

Nog geen vergunning?

Jachtexamen.be is de online leeromgeving voor de jacht, de optimale examenvoorbereiding.