fbpx Skip to main content
search
De jacht op wild op de Veluwe hoeft niet stopgezet te worden. Dat heeft de voorzieningenrechter vandaag bepaald. De Faunabescherming vroeg de rechter zich daarover te buigen omdat wolven mogelijk last van de jacht op hun voedsel zouden hebben.

Na zeven (of eigenlijk acht) vette jaren hebben met name wilde zwijnen zich explosief voortgeplant. En dus moeten er tot het einde van deze winter zeker bijna 9000 worden afgeschoten, volgens de Faunabeheereenheid (FBE). Plus ook nog eens 700 damherten en 3000 edelherten. Maar, stelt De Faunabescherming, in die berekening is helemaal geen rekening gehouden met de aanwezigheid van de wolf. En dus werd gevraagd de jacht stil te leggen tot er wetenschappelijk onderzoek is gedaan.

Want daar is veel onduidelijkheid over. Sinds de eerste wolf zich drie jaar geleden hier vestigde, leren betrokkenen haast elke dag bij. Mede omdat de kennis uit de Nederlandse praktijk ontbreekt, vindt de Faunabescherming dat er niet meer op de prooidieren van wolven mag worden gejaagd totdat er meer duidelijkheid is.

Ontheffing

De provincie Gelderland verleende in 2019 al een ontheffing die het afschieten van grofwild op de Veluwe rechtvaardigt. De Faunabeheereenheid (FBE) becijfert elk jaar hoeveel dieren het loodje moeten leggen om tot de gewenste doelstand te komen; het aantal dieren dat het gebied aan zou kunnen. ,,De belangen van de FBE zijn strijdig met die van de wolf’’, stelde vicevoorzitter Harm Niesen van de Faunabescherming tijdens de behandeling van de zaak in Utrecht medio december. ,,Alleen wolven kunnen bepalen wat de doelstand moet zijn.’’